Over Montfoort en Linschoten valt veel te vertellen en iedereen in deze gemeente verdient de kans om de boeiende verhalen te ontdekken. Ook toeristen en recreanten willen vaak meer weten over de omgeving waarin ze wandelen, iets komen eten, overnachten of boodschappen doen.
Om de gemeente nog aantrekkelijker te maken, voor zowel de bewoners als de toerist, zijn verhalen geschreven die de geschiedenis van Montfoort en Linschoten vertellen door de ogen van nu. Geschiedenisverhalen die naar het heden worden gebracht, op een leuke en leerzame manier, voor alle leeftijden! De kinderen Else Strick en Roelof de Roover zullen ons nu meenemen door Linschoten en Montfoort, in hun verhalen over vroeger.
Geïnspireerd op Else Strick en Roelof de Roover.
In een ver verleden woonde Else Strick, een dame van stand, op Landgoed Linschoten, en Roelof de Roover, een ridder, op Kasteel Montfoort. Hoewel ze elkaar nooit gekend hebben en in verschillende tijdperken leefden, zijn ze van groot belang geweest voor deze regio.
Familie Strick van Linschoten
In 1637 liet de eigenaar van de polders rondom Linschoten, Johan Strick, een kasteelachtig huis bouwen, het Huis te Linschoten. De familie Strick van Linschoten was een adellijke familie uit Utrecht. Gedurende meer dan 250 jaar (1633-1891) waren zij eigenaar van Landgoed Linschoten. Zij bewoonden het Huis te Linschoten in de zomer als hun buitenplaats, de overige seizoenen woonden zij in hun stadswoningen in Utrecht. Verschillende generaties Strick van Linschoten waren in de mannelijke lijn ambachtsheer van Linschoten en omgeving waardoor ze invloed hadden op de lokale politiek.
Else Strick van Linschoten
De laatste mannelijke erfgenaam, Emil Strick van Linschoten, bleef ongehuwd. In 1849 liet hij zijn bezittingen na aan zijn 15-jarige nichtje Else von Arnim. Zij erfde het Huis te Linschoten en alle gronden behorende aan de ambachtsheerlijkheid Linschoten. Else was de dochter van Betty Strick van Linschoten (de zus van Emil) en haar echtgenoot, de Duitse diplomaat Heinrich von Arnim.
Else en haar vader woonden zo nu en dan op het Huis te Linschoten, ze waren heel vaak op reis. Na haar huwelijk in 1855, bewoonde Else het Huis met haar man Frederik Wilhelm von dem Bussche. Hier zijn ook hun eerste drie kinderen geboren. In 1860 vertrok het gezin naar Duitsland en in 1891 werd het Huis te Linschoten en alle omliggende gronden op een veiling verkocht.
Landgoed Linschoten
Het Huis te Linschoten ligt centraal op het Landgoed Linschoten. Binnen de hekken is het Huis omgeven met waterpartijen in een parkachtige aanleg. Rondom het parkbos en de buitengracht liggen de verpachte gronden. Het geheel beslaat een oppervlakte van meer dan 500 hectare en vormt nog altijd een groene oase in het westen van ons land. Na de verkoop in 1891 werd de Utrechtse familie Ribbius Peletier eigenaar. In 1969 werd het Landgoed Linschoten ondergebracht in een stichting: Stichting Ribbius Peletier tot behoud van Landgoed Linschoten. Nog altijd is de stichting eigenaar en beheerder van zowel het Huis te Linschoten als de omliggende landerijen.
Roelof de Roover
Roelof de Roover was een edelman uit de late middeleeuwen, geboren rond 1350 in een welgestelde en invloedrijke familie uit Utrecht. Roelof werd, rond 1380, door de bisschop van Utrecht aangesteld als burggraaf. Hij kreeg het kasteel van Montfoort in beheer als beloning voor zijn trouw aan de Utrechtse bisschop in de conflicten met de graven van Holland, die, net als de Utrechtse bisschop, ook uit waren op het land in het midden van Nederland. Roelof vestigde zich in het Montfoortse kasteel met zijn vrouw en kinderen.
Kasteel Montfoort
Roelof de Roover wordt als vanzelf geassocieerd met Kasteel Montfoort, een belangrijke vesting in de regio. Dit kasteel werd in de 12e eeuw gebouwd en diende als woonplaats voor de lokale adel en was een verdedigingswerk, voor Utrechtse grond. Het kasteel had strategische betekenis en speelde een rol in de politieke machtsverhoudingen van die tijd.
* Roelof de Roover is gebaseerd op Zweder de Roover
Het kasteel werd generaties lang bewoond door familie De Roover.
Het Land van Strick en De Roover bestaat al honderden jaren alleen niemand wist ervan. En als niemand ervan weet, dan lijkt het ook niet te bestaan. Het bestaat dan niet totdat íemand er iets over weet en dat vertelt aan een ander die het horen wil.
Jij bent nu in het land van Strick en de Roover? Ja jíj, jij die dit leest. Wist je dat?
Else en Roelof wisten het eerst ook niet, maar nu weten ze supergoed dat ze deel uitmaken van het Land van Strick en De Roover. Zij weten het zo goed omdat zij gisteren op de zolder waren bij Oom Toets. Dat is een oom van Else. Het is een beetje een vreemde naam; oom Toets, maar het is een lieve en slimme oom en er zit een heel verhaal achter die naam, dat Else in een volgend verhaal nog wel eens zal vertellen.
Gisteren had Else, Roelof meegenomen naar die muffige stoffige zolder in het hoge huis van oom Toets, in Linschoten. “Er staan daar allerlei kisten, met spullen, oude boeken, muziekinstrumenten en skipakken en fotoboeken”. Terwijl Else het zei zag ze dat Roelof met zijn ogen opzij tuurde en dat hij een wenkbrauw optrok. Hij zag er nieuwsgierig uit. Natuurlijk wilde Roelof daar kijken. En gisteren waren ze dus met oom Toets op de zolder beland.
Als eerste pakte hij een schilderij van een vrouw in een zwarte jurk met een omhoog staand wit kraagje. “Ik heb jullie naar de zolder gehaald, voor precies dit schilderij.”, zei oom Toets, “Want weet je Else, deze dame had veel geld, ze was rijk omdat haar vader een rijke handelaar was. Een van haar voorvaderen had honderden jaren geleden een landhuis in Linschoten laten bouwen. En deze dame heeft daar ook gewoond! Oom Toets hield het schilderij van de dame met de zwarte jurk en het witte kraagje omhoog. “Weet je wat zo leuk is, zij op het schilderij, zij heet: Else Strick!, net als jij”
Else veerde op, keek Roelof aan en met een hand voor haar mond zei ze: ”Hè? Echt waar? Else Strick, net als ik?” weer keek ze naar Roel en ze schoten samen in de lach. “Dat rijmt!”
“In het Rijksmuseum hangt zelfs een schilderij van haar achter-achternicht Charlotte Beatrix Strick van Linschoten, in een prachtige jurk, bij een familiewapen. In het Ríjksmúséúm” Oom Toets zei het laatste woord extra nadrukkelijk.
“Maar dat is nog niet alles.”, zei oom Toets, “Ik weet zelf ook niet hoe ik het heb, want het is zo toevallig dat jullie elkaar hebben leren kennen, jij en Roelof”, zei hij, “Hier heb ik een kopie van een oud document van het kasteel van Montfoort. En nu moet jij goed opletten, Roelof!” zei oom Toets.
Roelof kreeg een kleur; “Oom Toets gaat nu vast iets over hem vertellen! Wat spannend allemaal, al die spullen en al die verhalen!”
Oom Toets zag de kleur van Roelof niet. “In het jaar 1100 was hier helemaal niets alleen maar moeras, zompige, blubberige zachte grond. Het stonk hier en er hing vaak lage witte mist over het land.”
“En muggen? Waren hier veel muggen?” Else kijkt bedenkelijk terwijl ze het vraagt. “Lijkt me wel!” knikt oom Toets.
“In dit document staat dat in de veertiende eeuw een jongen werd geboren op het kasteel van Montfoort.”, vertelt oom Toets. “De vader van de jongen had op het hoogste stuk land een kasteel laten bouwen; de “sterke berg” en hij noemde het “Mons Fortis”. Mons Fortis, werd later Montfoort en zijn zoon noemde hij…”, Oom Toets was even stil en keek in de ogen van Roelof, “Hij noemde die jongen Roelof, Roelof de Roover. Roelof zijn mond viel open van verbazing. “Dit staat precies in mijn paspoort”, stamelde Roelof; “Roelof de Roover”
Roelof de Roover en Else Strick? Else en Roelof keken van elkaar naar oom Toets en weer naar elkaar.
Ja bijzonder, dit land tussen Linschoten en Montfoort is dus het Land van Strick en De Roover. Jullie voorvaderen… Jullie land dus!
“Dat wist ik helemaal niet”, fluisterde Roelof. “Nee, veel mensen weten dat niet en het wordt tijd dat we de mensen gaan vertellen dat ze wonen in het Land van Strick en De Roover. Helemaal nu jullie elkaar gevonden hebben Else en Roelof, Strick en de Roover! Hoe is het mógelijk!” oom Toets schreeuwde bijna.
“Roelof is dus geboren in dat kasteel van Montfoort?”, vroeg Roelof.
Maar oom Toets lette al helemaal niet meer op Roelof en hoorde alleen zichzelf nog maar. Hij was op gestaan om een trompet te pakken. “Het is raar maar waar, jongens, ik heb hier zoveel spullen die verwijzen naar het land van Strick en de Roover. Hier, neem nou deze trompet daar liepen ridders mee over de stadsmuur van Montfoort. Hij gooide een kist open: “kijk een tinnen bierpul, nog origineel uit het wapen van Linschoten, je weet wel dat oude café naast het bruggetje. En hier dit jurkje is van een meisje dat opgesloten heeft gezeten op het kasteel van Montfoort, toen het daar de meisjes tuchtschool was. Oom Toets werd helemaal wild. Ik ga jullie meenemen naar de Scheve toren, de smalle straatjes en de kroontjesboog van Linschoten. En ik neem jullie mee naar molen de Valk, de schandstenen aan de poort en het Oude Stadhuis in Montfoort.”
Nu gaat Roelof rechtop zitten. Het Oude Stadhuis, daar kun je lekker lunchen en dineren, hij is daar vaak genoeg geweest.
Maar oom Toets bedoelt dat hij wil vertellen wat daar allemaal gebeurd is en wil laten zien dat er een antiek schilderij hangt. “Er is zoveel te zien, te proeven en mee te maken in het land van Strick en de Roover.” zegt oom Toets. “Dat moeten jullie weten, iedereen die hier woont moet dat weten, maar jullie helemaal!”
Dan ziet oom Toets een stok liggen. Het is een soort fakkel. “Niet te geloven…, de lantaarn van de stadsomroeper ligt hier!” Ik zal jullie straks eens vertellen over de stoker van het Land van Strick en De Roover. Eerst naar beneden en wat drinken! Else Strick en Roelof de Roover”
“Roelof, moet een ridder geweest zijn! Mijn naam is van een ridder!” De wangen van Roelof gloeien. “Ik ben een ridder! Een echte ridder!!” denkt Roelof, maar hij slikt het in en zegt het niet.